trustDe mens lijdt onder vele soorten van verlies: het stoppen van een vriendschap, het halen van een slecht cijfer, ‘n vakantie die tegenvalt, een geliefde die sterft, een relatie die eindigt,een miskraam krijgen, een kind dat wegloopt, ziek wordt, ontslag krijgen, ontslag moeten geven, zakken voor je examen, die ene baan niet bemachtigen, geen salaris verhoging, een dierbaar sieraad kwijt raken, gepest worden, niet in jezelf geloven, eenzaam, bang, woedend op de wereld zijn…

Is alle lijden reden tot het voeden van de wolf van [zelf] haat? Of zijn wij in staat lijden te incasseren, om te draaien, te transformeren tot compassie? Kun je leed leren dragen? Kun je [je] verlies incasseren? Kun je überhaupt leren incasseren? Zijn wij in staat lijden om te draaien, te transformeren tot compassie? En wie leert je dat dan? Een leraar? Familielid? Vriend? Psycholoog? Warriors d’amour?

Elke dag opnieuw voedt de warrior d-amour in mij de wolf van liefde. En geloof me, dat valt heus niet altijd mee, maar het is een principe die ik mijzelf als krijger ‘opleg’ want ik wil gewoonweg niet dat de wolf van haat mijn hart verorbert. Ik weiger ‘de neiging in mij’ om bij tegenslag sarcastisch, cynisch, bitter of gefrustreerd te willen worden. Ik geef me niet over aan angst en wil mijn eigen agressie onder ogen durven komen. Juist ten tijde van nood wil ik me herinneren wat ik nodig heb om die wolf van liefde te voeden: voor mij betekent dat lange strandwandelingen maken, en dan contempleren…en dat weer loslaten. Dat vraagt om discipline, om oefening, om wakker in het leven te staan: als het moment daar is, niet in bed te blijven maar dit te herinneren. Daartoe ben ik bereid.

Heb ik makkelijk praten? Ben ik geboren als vechter? Of hebben de omstandigheden de krijger in mij wakker gekust? Is zoiets nou nature or nurture? To be continued…